Bron |
Het smaakte als een appeltaart, en het zag er ook uit als een appeltaart. Het enige minpuntje is dat de structuur ietsje anders is. Het deeg is enigszins broos, maar voor mij mocht het de pret niet drukken.
In mijn enthousiasme ben ik ook vergeten om er een foto van te maken, maar mijn taart zag er vrijwel hetzelfde uit als op deze foto.
Voor de taartbodem:
400 gram glutenvrij meel
of
200 gram glutenvrij meel
200 gram boekweitmeel
250 gram boter
100 gram suiker
1 ei
1 tl zout
1 tl baking soda
1 tl vanille extract
Scheutje amandelmelk
Voor de vulling:
5 middelgrote
appels (het liefst goudreinetten)
100 gram suiker
150 gram
rozijnen
Rasp van 1
citroen
2 dessertlepels
kaneel
Bereidingswijze:
Mix alle
ingrediënten voor de bodem door elkaar. Kijk of het deeg een goede
substantie heeft. Is het te korrelig, voeg dan een scheutje
amandelmelk toe. Of je het deeg met de hand kunt kneden zoals 'echt'
deeg, ligt aan het merk glutenvrij meel dat je gebruikt. Ik heb dit
keer meel van Gerblé gebruikt wat niet plakt, dus kon ik het met de
hand kneden. Gebruik je bijvoorbeeld meel van Dr. Schär, dan kan dit
waarschijnlijk niet.
Als je het kunt
kneden, houd dan een klein bolletje deeg apart om op het laatst een
mooi patroontje bovenop de taart te maken.
Schil de appels,
verwijder de binnenkant, en snijd ze in kleine gelijke blokjes. Meng
de blokjes appel in een kom samen met de suiker, rozijnen,
citroenrasp en kaneel.
Vet de
springvorm goed in met boter en bestuif daarna met een beetje meel.
Verdeel het deeg over de springvorm, en zorg dat de rechtopstaande
rand ook goed stevig is.
Schep de vulling
op het deeg en verdeel goed.
Verdeel het
overgebleven beetje deeg in kleine stukjes en rol er langwerpige
dunne strookjes van. Leg ze zo op de taart dat er een ruitjespatroon
ontstaat.
Bak de taart in
een voorverwarmde oven op 160C voor ongeveer 5 kwartier.
Laat de taart goed afkoelen voordat je hem uit de springvorm haalt. Serveer met slagroom (als je dat mag hebben) of een bolletje ijs.
0 comments:
Een reactie posten